Onderwerp voor je scriptie kiezen met oog op snel afstuderen

Als student liep ik vast met mijn masterscriptie waardoor ik twee jaar (!) vertraagde. Inmiddels ben ik scriptiebegeleider en heb ik 100+ studenten geholpen om zo snel mogelijk af te studeren. Steeds zie ik het weer fout gaan op dezelfde punten. Zonde. Studievertraging is echt niet nodig. Als je het jezelf maar makkelijk maakt. 

In dit artikel deel ik hoe ik te werk zou gaan bij het kiezen van een scriptieonderwerp. Mijn adviezen zijn lekker tegendraads en 100% gericht op asap afstuderen. 

Gemak verkiezen boven eigen interesse

Met je scriptie heb je eindelijk de vrijheid voor eigen inbreng en als je een beetje bent zoals ik, dan voelt het als de ultieme kans om eindelijk eens je eigen koers te varen en jouw eigen passie tot expressie te brengen. Je eigen favoriete onderwerpen zijn namelijk nauwelijks aan bod gekomen binnen je opleiding, en nu zie je je kans om je daar eens grondig in te gaan verdiepen. Geen goed idee! Dat is wat ik nu zeg.

Zo zette ik mijn masterscriptie Nederlands met de specialisatie Taalbeheersing in het teken van consumentenpsychologie omdat daar binnen de opleiding nog veels te weinig mee gedaan was en in mijn ogen was dat nodig. Ik ging iets doen waar binnen mijn studie geen aandacht voor was geweest.

Ik had geen voorbeelden, geen basis om op terug te vallen, nauwelijks voorkennis, geen begeleider met voorkennis… Dus al met al was ik wel bezig met iets wat 100% mijn interesse had, maar ik was vanuit het ‘niets’ iets aan het bouwen en er was ook niemand die mij kon zeggen of ik inhoudelijk op de goede weg zat.

Een slimme strategie

Veel slimmer had ik het aangepakt met de afronding van een van mijn mastervakken waarvoor ik een paper moest schrijven. De docent van het vak had zelf een proefschrift geschreven over inleidingstechnieken in ‘de eerste minuten’ van toespraken. Dat proefschrift was inmiddels 10 jaar oud, en wat deed ik, ik schreef een paper over  inleidingstechnieken in ‘de eerste minuten’ van toespraken maar dan '10 jaar later’. Dus ik zocht uit of de inleidingstechnieken die 10 jaar geleden het meest voorkwamen 10 jaar later nog steeds het meest voorkwamen of dat er eerste tekenen van veranderingen zichtbaar waren.

Ik volgde gewoon de stappen na die mijn docent al een keer had gezet en paste het toe op nieuw bronmateriaal. Hoefde nauwelijks zelf na te denken, kwam toch met een interessant resultaat en ik scoorde een 7,5. Echt moeiteloos ging dat!

Had ik zelf enige interesse in inleidingstechnieken binnen toespraken? Nee. Had ik liever iets gedaan waar ik wel enthousiast over was geweest? Nee, want het had mij veel meer moeite gekost en ik wilde mijn vak halen. Niet een verschil maken. Dat zou ik wel doen met mijn scriptie... (en achteraf zou ik dat dus ook NIET meer doen met mijn scriptie!!!).

Als ik echt snel zou willen afstuderen dan zou ik er weer voor kiezen om een goed onderzoek te vinden van iemand en hier qua onderzoeksvraag een variatie op te doen. Dan sta je al met 10-0 voor.

Wat je dan kunt afkijken is:

- De formulering van de onderzoeksvraag en deelvragen
- De structuur binnen ieder hoofdstuk
- De manier van verantwoorden
- De stappen die doorlopen zijn
- Hoe de onderzoeksmethode is opgebouwd
- Hoe de onderzoeksmethode is verantwoord
- Interviewvragen die gesteld zijn
- Hoe de resultaten zijn weergegeven: hoe uitgebreid, hoe opgebouwd, hoe is de weergave van tabellen aangepakt?
- Wat de aard is van de conclusies: wat voor zinnen, wat voor strekking?
- Welke bronnen zijn gebruikt

Je maakt hier dan jouw variatie op, dus je hoeft niet het wiel volkomen opnieuw uit te vinden.

Je hoeft dan dus eigenlijk alleen creatief te zijn in de aanleiding: waarbij je met een betere reden moet komen waarom je onderzocht hebt wat je onderzocht hebt dan dat je het jezelf zo makkelijk mogelijk wilde maken ;-) Soms kan het helpen om te kijken naar wat er in de discussie staat van je voorbeeldscriptie. Hierin staan bijvoorbeeld de beperkingen van dit onderzoek en aanbevelingen voor verder onderzoek. Mogelijk vind je daar dus een reden/aanleiding om een variatie te maken op de scriptie die je gevonden hebt.

Deze manier van aanpakken is GEEN plagiaat! Het is veel meer dat je een voorbeeld neemt aan de structuren, de type beslissingen, de type argumenten van zo’n voorbeeldonderzoek. Inhoudelijk vul je het zelf in. Dus vrees niet, en maak het jezelf gemakkelijk!

Kanttekening bij deze aanpak 

In veel voldoende beoordeelde scripties zitten elementen die niet logisch/compleet/correct zijn. Volg daarom niet blind alles na van iemand anders. Blijf steeds de vraag stellen, is het logisch als ik dit net zo doe als mijn voorbeeld? Zo niet, dan maak je een keuze die wel logisch is.

Niet logisch: Pietje heeft de deelvragen zo opgebouwd en Pietje had en hoog cijfer, dus doe ik het ook zo.
Wel logisch: Pietje heeft een deelvraag er tussen staan die veel breder is dan de onderzoeksvraag. Dat neem ik dus niet zo over. Ik verzin iets wat wel onder de onderzoeksvraag valt.

Alternatieven voor een andere scriptie navolgen
- Je kan een proefschrift erbij zoeken van iemand uit jouw vakgebied. Een proefschrift bestaat vaak uit een reeks onderzoeken en je kan dan een van die onderzoeken uit het boek uitkiezen en navolgen. Proefschriften zijn in boekvorm uitgegeven.
 - Je kan een wetenschappelijk artikel kiezen over iets dat je aanspreekt (vaak te vinden in vakbladen of Google Scholar). Dat artikel is vaak een verkorte weergave van een compleet onderzoek, soms zelfs een scriptie. Je zoekt dan het oorspronkelijke onderzoek erbij en volgt deze na.

Wanneer je een wetenschappelijke bron navolgt, kan je er veel zekerder van zijn dat de gemaakte keuzes logisch en correct zijn.

Sta je aan het begin van je afstuderen. Overweeg dan zeker mijn scriptie hulp.